Bijzondere kinderen verdienen bijzondere aandacht

Amelie 600

“Na enkele weken in de kleuterklas was het voor ons wel duidelijk. Amélie was stil. Heel stil. En je hoopt steeds; het trekt wel bij. Maar het ging echt niet lukken. We hebben nog gekeken bij andere scholen, maar het ‘schoolse’ en grootschalige paste gewoonweg niet bij onze vijfjarige dochter. Op aanraden van een orthopedagoog hebben we een kijkje genomen bij het Kinderdienstencentrum in Maarheeze. Ze zijn er speciaal voor kinderen van 0 tot 18 jaar met een ontwikkelingsachterstand of verstandelijke beperking. Een behoorlijke stap, dat was het zeker. Hoort ze wel thuis in een omgeving met kinderen waar bij een verstandelijke beperking meer zichtbaar is? Achteraf gezien hadden we geen betere beslissing kunnen nemen”, aldus Jefta Offerman, de vader van Amélie.

Amélie zit in een ‘klasje’ met acht andere kinderen. Vijf dagen in de week neemt ze deel aan een speels en uitnodigend dagbehandelingsprogramma dat gericht is op de ontwikkeling. Een van haar klasgenootjes is de één jaar jongere Nik. Als hij tegen zijn moeder Monique Verberne over ‘zijn’ school vertelt, noemt hij alle namen van zijn klasgenoten op. Voor een vierjarige misschien niks bijzonders, maar voor Nik een prestatie van ‘wereldformaat’.
“Vrij snel na de geboorte van Nik”, vertelt Monique, “kregen we in de gaten dat hij zich anders ontwikkelde dan een gemiddeld kind. Hij voldeed zogezegd niet aan de ‘mijlpalen’ van het consultatiebureau. Via via kwamen we in aanraking met Vroeghulp Zuidoost Brabant. Daar kun je terecht voor informatie, advies en begeleiding en ze helpen je bijvoorbeeld bij het vinden van de best passende ondersteuning voor kind en gezin. Het Kinderdienstencentrum Maarheeze – een van de vier kinderdienstencentra van Lunet zorg – kwam snel daarna in het vizier.”

Op haar manier komt Amélie er wel.

Talenten ontplooien, kansen zien en benutten, daar gaat het om
Bij het kinderdienstencentrum vinden ze het belangrijk om een kind op een zo jong mogelijke leeftijd te stimuleren in de ontwikkeling. Dat gebeurt door professionals. Het ontwikkelingsprogramma sluit altijd aan op de interesses en mogelijkheden van het kind.
“We beseffen dat Amélie geen hoogvlieger wordt. Daar hebben we ons bij neergelegd. Er zijn nog genoeg dingen over waar ze in kan uitblinken. Ze is erg sociaal, dus misschien is de zorg later wel iets voor haar. We stimuleren haar in ieder geval zoveel mogelijk op de vlakken waarin ze zich kan ontwikkelen. Dat doen we thuis en anderen weer op het kinderdienstencentrum.”

Onze Nik kan vooral heel veel dingen wél.

“De toekomst van onze Nik? Tsja, wat zal ik er van zeggen. Daar kun je heel veel over nadenken en je erg veel zorgen over maken. Maar we hebben inmiddels geleerd dat het geen zin heeft om daar de focus op te richten. Voor ons is Nik helemaal goed zoals hij is; een lief, eigengereid manneke. Wat nu belangrijk is, is dat we aansluiten bij wat hij nodig heeft. Hoe zelfstandig hij in het leven komt te staan, zien we later wel. Nu genieten we van de kleine dingen die hij doet en de grote sprongen die hij soms maakt.”

Over het kinderdienstencentrum in het oude schoolgebouw aan de Stationsstraat in Maarheeze zijn Jefta en Monique het eens. “Kleinschalig, midden in het dorp en er werken deskundige mensen met hart en ziel. En dat is nou net wat onze kinderen nodig hebben.”