"Een goed leven, is voor mijn cliënten een zo'n normaal mogelijk leven."
De 25-jarige Jana Bullens uit België koos een klein jaar geleden voor een baan bij Lunet als cliëntbegeleider op woongroep De Poten in Eersel. “Dat je hier werkt met twee verschillende groepen bewoners, sprak me meteen aan. Dat leek me zo afwisselend!”
Een goed leven. Cliëntbegeleider Jana maakt er werk van.
Voor Jana is geen werkdag hetzelfde. “De ene keer ga ik mee naar de dagbesteding; de andere keer blijf ik ‘thuis’.” Dat ze op een woongroep werkt, vindt ze een groot voordeel: “Je kunt hier echt een huiselijke sfeer creëren.” Jana’s cliënten zijn volwassenen met een verstandelijke en lichamelijke beperking. Ze zitten bijna allemaal in een rolstoel. De ene groep functioneert op het niveau van kinderen tot een jaar of 7; de andere groep heeft een ontwikkelingsleeftijd van 0 tot 18 maanden.
Veelzijdig
Jana schakelt net zo makkelijk tussen verzorgende taken, zoals helpen met aankleden en ontbijten, en begeleidende taken: een persoonlijk stappenplan maken, overleg met de gedragsdeskundige, een gesprek met de familie. En wie kan nu zeggen dat shoppen tot haar werkzaamheden behoort? “Laatst heb ik een middag vrijgemaakt voor een bewoner die nieuwe kleren nodig had. We hebben er een gezellig uitje van gemaakt, zoals je dat met een vriendin zou kunnen beleven. Ze vond het geweldig!”
Samenwerken, ook met de cliënt
“Een goed leven is voor mijn cliënten een zo normaal mogelijk leven. Ik wil dat ze gelukkig zijn. Liefst laat ik ze zelf meepraten en meebeslissen, op hun eigen niveau. Hoe voel jij je hierbij, wat vind jij belangrijk, vraag ik dan. Heeft een cliënt behoefte aan meer vrijheid, dan ga ik regelen dat hij zo veel mogelijk dingen zelfstandig mag doen, bijvoorbeeld in z’n eentje door de wijk fietsen. Een andere bewoner wilde graag een hobby buiten de groep: ze wilde paardrijden. Dat was nog niet zo eenvoudig vanwege haar motorische beperking. Ik ben toen op zoek gegaan naar een pek waar ze wel terecht kan. Dat zijn mooie dingen om voor iemand te kunnen doen.”
Onbetaalbaar moment
Een bijzondere kant van haar job vindt Jana dat ze zo veel liefde van haar cliënten terugkrijgt. “De een wil knuffelen en kusjes geven, de ander zegt ronduit ‘ik vind jou lief’. Je bouwt echt een band op, ook met de bewoners die zich minder goed kunnen uiten. Als die dan hun hoofd naar je toebuigen of je hand pakken, is dat een onbetaalbaar moment.”
‘Ik zie en hoor je’
Op de vraag hoe ze communiceert met cliënten die niet kunnen praten, antwoordt Jana: “Al mijn cliënten laat ik merken dat ik ze zie en hoor, ook als ze niet kunnen spreken. Dan zie je ze soms letterlijk groeien in hun rolstoel. Dat wederzijdse contact vind ik prachtig. Eén bewoner kan een paar woordjes zeggen. Met hem kan ik makkelijk communiceren door ja-neevragen te stellen. Bij anderen let ik vooral op de mimiek en lichaamstaal. Gisteren wilde ik een bewoner scheren, maar hij draaide steeds zijn hoofd weg. Dan denk ik: ik stop ermee, want hij vindt het niet fijn.”
“Soms wordt een cliënt boos of verdrietig. Dat vind ik zelf ook rot. Ik probeer hem of haar dan te troosten of even af te leiden. Ook humor werkt vaak goed. Vindt een cliënt het lastig om zijn emoties te uiten, dan pak ik de map met foto’s en pictogrammen erbij. Zo kunnen ze aanwijzen hoe ze zich voelen.”
Hecht team
“We staan met z’n vieren op een groep van twaalf bewoners. Ik ben de jongste. Vanaf dag één ben ik warm ontvangen door mijn collega’s. Ze staan altijd klaar om te helpen of iets uit te leggen. In het begin was ik best onzeker en vroeg ik me af of ik het wel goed deed. Dan is het zo fijn als een collega een babbeltje komt maken en opbouwende feedback geeft! We hebben een goede band met elkaar en vormen een hecht team. Echt een fijne sfeer om in te werken.”